Zoeken
Anatolische herder of Kangal
- @graywolf271
- 7 nov 2017
- 4 minuten om te lezen

De Anatolische Herdershond (Kangal) is een oud ras en kent zijn oorsprong al maar dan 6000 jaar geleden. De Kangal komt oorspronkelijk uit Turkije en is van nature een bewakingshond. Zijn bijnaam is dan ook de Turkish Guard Dog. Deze bijnaam kreeg hij vanwege het feit dat hij herders gezelschap hield en natuurlijk ook de kuddes van de herder beschermde.
Algemeen beeld
Raskenmerken
De Kangal is een zelfstandig ras van Turkse oorsprong, dat bedoeld is voor het bewaken van vee, terrein en zijn eigenaar. Het is een groot, snel en wendbaar ras met een groot uithoudingsvermogen dat erg hard is voor zichzelf.
Karakter
Gebruik/functies
De Kangal is ideaal voor het bewaken van terrein, vee en voor bescherming van de eigenaar en zijn familie.
Lichaamsbeweging
Een flinke wandeling van minimaal 1 uur in de ochtend en in de avond, plus een kortere wandeling tussen de middag zijn de minimale beweging die de Kangal dient te hebben. Ideaal is een hele grote tuin van enkele duizenden vierkante meters, waar de hond zijn beweging zelf kan bepalen PLUS tweemaal daags een wandeling van minstens een half uur.
Verzorging
Afhankelijk van de woonomstandigheden zal de Kangal veel of weinig verzorging nodig hebben. Indien de hond in huis gehouden word zal hij veel en vaker verharen, waardoor de vacht regelmatig uitgekamd zal moeten worden. Als de hond voldoende word uitgelaten zullen de nagels niet geknipt hoeven worden.
Omgang met kinderen
De Kangal is erg lief voor eigen familie. Kinderen van vreemden worden wel getolereerd, maar de hond blijft wat terughoudend. De hond accepteert het wilde kindergedrag van een afstand, laat zich aaien en wil best met de kinderen meerennen, maar laat zich niet beklimmen of met zich sollen. De hond zal vooral op een afstandje in de gaten houden of er geen bedreiging voor de kinderen in de buurt komt en direct op vreemden afgaan om hen te weerhouden dichterbij de kinderen te komen.
Geschiedenis
De Kangal is een ras dat oorspronkelijk voorkwam in Centraal-Azië en dat afstamt van de Molossen. De honden beschermden de kuddes en herders tegen de wolven, beren en jakhalzen. Ze staan er om bekend 'nergens' bang voor te zijn en het zijn honden met een groot uithoudingsvermogen die zelfstandig hun werk uit moeten kunnen voeren. De naam van het ras is waarschijnlijk ontstaan doordat het ras vooral in het Kangal district in de provincie Sivas werd gehouden. Wellicht is hierdoor is ook het oorspronkelijk uiterlijk en karakter grotendeels bewaard gebleven. Enkele decennia geleden hebben Britten en Amerikanen de Kangal meegenomen uit Turkije. Doordat het ras niet zo huiselijk en gehoorzaam was als ze hadden verwacht is de Kangal in Amerika en Groot Britannië gekruist met Labradors en Golden retrievers. Hoewel er een aantal rassen onder de naam Anatolische herder bekend staan is niet iedere Anatolische herder een Kangal.
Uiterlijke kenmerken
Lichaamsbouw
Het is een groot ras met een goed ontwikkelde en gespierde borstkas. De buik dient hoog opgetrokken te zijn en de poten zijn hoger dan de rug lang is.
Kleur
De kleur van de Kangal is zandkleur, ook wel Fawn genoemd. De snuit en oren dienen zwart te zijn en ook rond de ogen dient het zwart omrand te zijn
Schofthoogte
Teefjes hebben een schofthoogte van (minimaal) 70 cm - 85 cm. Reuen hebben een schofthoogte van 75 cm - 95 cm
Ogen
De ogen zijn tussen honingkleur en diep, donkerbruin maar in alle gevallen met zwarte oogleden.
Vacht
De vacht is kort met een dikke ondervacht. Rond de hals en de schouders is het meestal wat langer. De kleur behoort zandkleur te zijn met zo min mogelijk wit.
Staart
De staart dient tot aan de enkels te komen en moet bij alertheid hoog gedragen worden in een krul.
Overige
De Kangal dient een evenwichtige, stabiele baas te hebben die duidelijke en consequente regels hanteert. De eigenaar moet de tijd maken om de hond voldoende lichaamsbeweging te geven. Bij een gebrek hieraan zal de hond zijn energie steken in het slopen van het interieur en vals gedrag gaan vertonen. Het is geen hond voor in een bovenwoning en ook geen ras dat de hele dag alleen kan zitten.
Het is een groot ras met een goed ontwikkelde en gespierde borstkas. De buik dient hoog opgetrokken te zijn en de poten zijn hoger dan de rug lang is.
Kleur
De kleur van de Kangal is zandkleur, ook wel Fawn genoemd. De snuit en oren dienen zwart te zijn en ook rond de ogen dient het zwart omrand te zijn
Schofthoogte
Teefjes hebben een schofthoogte van (minimaal) 70 cm - 85 cm. Reuen hebben een schofthoogte van 75 cm - 95 cm
Ogen
De ogen zijn tussen honingkleur en diep, donkerbruin maar in alle gevallen met zwarte oogleden.
Vacht
De vacht is kort met een dikke ondervacht. Rond de hals en de schouders is het meestal wat langer. De kleur behoort zandkleur te zijn met zo min mogelijk wit.
Staart
De staart dient tot aan de enkels te komen en moet bij alertheid hoog gedragen worden in een krul.
Overige
De Kangal dient een evenwichtige, stabiele baas te hebben die duidelijke en consequente regels hanteert. De eigenaar moet de tijd maken om de hond voldoende lichaamsbeweging te geven. Bij een gebrek hieraan zal de hond zijn energie steken in het slopen van het interieur en vals gedrag gaan vertonen.
Het is geen hond voor in een bovenwoning en ook geen ras dat de hele dag alleen kan zitten.
Commentaires